Maandag negentien November, een bezoek aan BAK Utrecht.
Het culturele centrum waar maatschappelijk politieke vraagstukken worden
tentoongesteld. De toeschouwer wordt gevraagd kritisch na te denken over
politiek in onze maatschappij. Dit allemaal dankzij kunst.
Met een deel van de klas hebben we de tentoonstelling “How
Much Fascism?” bekeken. Een tentoonstelling waar fascisme in onze samenleving
aan de kaak wordt gesteld. Hoe zien wij Fascisme terug in Nederlandse
politiek? Of in het conflict tussen Israël en Palestina.
Bij de maquette van Jonas Staal, die gebaseerd is op de
ideeën van Fleur Agema. Wordt een gevangenis neergezet. Dit idee werkte Fleur
Agema uit voor haar master scriptie. Achteraf schrok zij, na het zien van haar
uitgewerkte ideeën. Iets wat ik me heel goed kan voorstellen. De maquette laat
een gevangenis zien met vier fases. Gevangen komen terecht in een bunker die
compleet is afgesloten, wanneer er goed gedrag wordt vertoon mag de gevangen
zich verplaatsen naar fase 2. In fase twee leven de gevangenen in tentjes, waar
ze een zelfvoorzienend leven kunnen opbouwen. Na fase twee komen gevangen
terecht in fase drie. In fase drie mogen de gevangen een leven gaan lijden in
een opgezet dorpje. Hier vinden we verschillende kleine winkeltjes. In fase
vier mogen de gevangen in een waar rijtjeshuis gaan wonen. De gevangen zijn dan
klaar voor de echte wereld en hoeven dit alleen nog maar te bewijzen door
zelfstandig een leven te lijden.
Een idee, wat op zich nog niet eens een gek idee is, als
je er niet te lang over nadenkt. Wanneer ik dit wel ga doen komt de afgunst en
woede in mij naar boven. Hoe bestaat het dat mensen zulke ideeën hebben. Levens
gevaarlijk. In de literatuur is dit ook een veel voorkomend verschijnsel. Een
hoofdrol speler bevind zich dan in een samenleving die gerangschikt is na
klasse, waar een klein deel van deze samenleving het heft in handen heeft.
Mensen worden dom gehouden. Wanneer de hoofdrolspeler in opstand komt, wordt hij of zij met
de grond gelijk gemaakt. Neem bijvoorbeeld het beok 1984 van Geogre Orwell.
Een gevaarlijke situatie als je het mij vraagt. Wat ik
mij dan afvraag: waar liggen de grenzen voor een kunstenaar? In hoeverre mag de
kunstenaar zijn gang gaan? Is het niet zo dat kunstenaars juist de kritische
vragen moeten blijven stellen, om de samenleving scherp te houden?
Persoonlijk denk ik dat kunstenaars de rol van critici in
deze samenleving, opgeslokt door de media, moeten aanhouden. Het is belangrijk
dat iedereen zelf blijft nadenken en we ons niet laten opleggen wat we moeten
doen. In het verleden hebben we gezien tot wat voor taferelen een dergelijke situatie kan leiden,
als we klakkeloos iemand anders zijn mening overnemen.
Dus voor vandaag geef ik jullie mee: Think for yourself!
Tot de volgende!
Liefde!
Dyan!